1: |
Doe de suiker en het water in een pan. |
2: |
Kook het suikerwater tot de suiker is opgelost. |
3: |
Koel het suikerwater |
Blancheren is het "beetgaar" koken van aardappelen. De aardappel behoudt zijn "bite"
[Sluiten]
|
|
4: |
Voeg het kirschwasser bij de suikeroplossing. |
5: |
Schil de sinaasappel met het schilmesje. |
6: |
Snijd de sinaasappelpartjes tussen de vliezen
uit. |
7: |
Schil de appel en de peer. Snijd de appel en de
peer in gelijke stukjes van 2 cm. |
8: |
Meng allen gesneden fruit met de
suikeroplossing. |
9: |
Zet de gesneden vruchten in de koelkast. |
10: |
Snijd vlak voor de uitgifte, de banaan in
stukjes. |
11: |
Meng de banaan direct door de andere gesneden
vruchten. |
12: |
Doe de fruitsalade in de compoteschaal, en
garneer de salade op het laatste moment met de vruchten van het seizoen. |